b2-3-reading

A: Als ik geweten had dat het zou regenen, zou ik een paraplu hebben meegenomen. B: Ja, en als ik vroeger was opgestaan, had ik de trein niet gemist. A: Wat jammer! We hadden naar het concert kunnen gaan als jij die kaartjes had gekocht. B: Ik weet het. Ik had het moeten doen. Maar ik dacht dat jij het zou regelen. A: Ach, als we beter hadden gecommuniceerd, zou dit niet gebeurd zijn. Volgende keer beter.