b2-26-reading

Ik las een hoofdstuk uit een moderne Nederlandse roman. De auteur gebruikte lange, meanderende zinnen om de gedachten van de hoofdpersoon te beschrijven. Er zaten veel beschrijvende adjectieven in, en een paar woorden moest ik opzoeken. De sfeer was een beetje melancholisch, wat versterkt werd door een metafoor over de vallende herfstbladeren die steeds terugkwam. Ik probeerde te begrijpen waarom het personage zo twijfelde, door goed op de subtiele hints in de dialogen en beschrijvingen te letten. Het lezen kostte concentratie, maar het verhaal begon me wel te boeien.