Hoe voel je je na het examen? Ik ben erg opgelucht dat het voorbij is! Ik ben ook best tevreden over hoe het ging.
Ik was teleurgesteld toen ik hoorde dat het feest niet doorging. Mijn ouders waren erg trots op mij toen ik slaagde.
Ben je niet bezorgd over de toekomst? Nee, ik ben eigenlijk best hoopvol.
Hij was verrast door het onverwachte bezoek. Ik voel me soms eenzaam als ik alleen thuis ben.
Zij werd zenuwachtig voor haar presentatie. Wees niet jaloers op het succes van anderen. Na een drukke week voel ik me gestrest, ik moet ontspannen.
De sfeer op het feest was eerst wat gespannen; veel mensen kenden elkaar niet en voelden zich misschien wat onzeker. Maar na een tijdje raakte iedereen meer ontspannen.
Ik sprak met Sarah, die teleurgesteld was omdat haar vriend niet kon komen. Ze voelde zich een beetje eenzaam. Ik probeerde haar op te vrolijken.
Later op de avond was de stemming heel anders: iedereen was enthousiast aan het dansen en lachen. Ik voelde me erg gelukkig en dankbaar voor de leuke avond. Ik was alleen een beetje bezorgd dat de muziek te hard stond voor de buren!