a2-22-reading

Mijn wekker gaat om half zeven, maar ik word pas om kwart voor zeven wakker. Dan sta ik op. Eerst ga ik naar de badkamer. Ik was me en poets mijn tanden. Soms douche ik me 's ochtends.

Daarna kleed ik me aan en ga ik naar beneden. Ik ontbijt meestal met brood en koffie. Tijdens het ontbijt lees ik het nieuws op mijn telefoon.

Om acht uur ga ik naar mijn werk. Ik werk op een kantoor. Ik begin om half negen. Rond één uur lunch ik met collega's. Om vijf uur ben ik klaar met werken.

Na het werk doe ik boodschappen of ik ga sporten. Thuis kook ik het avondeten. We eten rond half zeven.

's Avonds was ik af, kijk ik televisie of lees ik een boek. Ik ontspan graag. Rond elf uur 's avonds ga ik naar bed. Ik kleed me uit en ga slapen.